In 1938 startte Eusèbe Biotteau met het maken van wijn op zijn landgoed. Het Château stamt echter uit 1730 en is gebouwd met het in de Anjou zo bekende turfsteen. Zijn liefde en kennis voor wijn gaf Eusèbe door aan zijn zoon en momenteel staat de 4e generatie al aan het roer. De wijngaarden liggen in het dal van de Aubance, een zijrivier van de Loire. Omdat de Biotteau's 200 ha wijngaard bezitten, kunnen ze veel verschillende druivenrassen verbouwen en veel verschillende wijnen maken. Uiteraard allemaal binnen de mogelijkheden van de diverse AOC's in Anjou. Hun roestvrijstalen cuves zijn verschillend in grootte, afhankelijk van de oppervlakte van het perceel. Alle percelen worden separaat gevinificeerd, optimaal rijp en op een specifieke temperatuur, afhankelijk van de druivensoort, de leeftijd van de druiven en het terroir.
De rosé wordt gemaakt van de Cabernet Franc en de Cabernet Sauvignon druiven die voornamelijk op een terroir van leisteen staan. De druiven worden bij aankomst in de kelder meteen geperst en daarna vergist in roestvrijstalen cuves met temperatuur controle op 18 °C voor een optimale aromatische extractie. Het resultaat is een aangename en zeer toegankelijke wijn.